Naarmate ik langer naar die ijverige koolmeesjes keek, kreeg ik de behoefte om ze te fotografen. Ik heb enkele ingrediƫnten die daarbij van pas komen: ik heb met mijn Canon 7D een redelijk snelle camera, ik heb met mijn 100-400 mm f/ 4.5-5.6 zoomobjectief een tamelijk goede telelens, ik heb behoorlijk wat technische kennis van de fotografie en ik heb op vier meter afstand van het vogelkastje een fatsoenlijke standplaats. Wat ik mis: kennis der natuur en geduld.
Ik had mijn fotospullen opgesteld onder de overkapping in de tuin. Vooraf alle instellingen op de camera gezet: sluitertijd van 1/1000 seconde, diafragma zo groot mogelijk om maximaal van de snelle sluitertijd te kunnen profiteren, isowaarde op 1600 voor een goede belichting, camera op statief en zorgvuldig scherp gesteld op het gaatje in het vogelkastje en daarna de autofocus uitgeschakeld. Hoogste sluitersnelheid ingeschakeld.
Ik had me op een stoel achter de camera geposteerd en toen begon het wachten. Hoe vaak vlogen die meesjes eigenlijk af en aan? Ik zat hier nou wel op een vrije middag, maar vliegen die beetjes misschien alleen 's avonds of 's morgens? Ik wisselde af en toe in mijn ongemakkelijke houding, want ik moest voor de snelle actie de vinger bij de knop houden. De meesjes zijn nou eenmaal vliegensvlug.
Ik heb geen verstand van vogels en ik heb geen geduld. Maar wel geluk. Na een paar minuten was er al actie en na een kwartiertje had ik een mooie serie. Dankzij de vooraf zorgvuldig gekozen instellingen.
Zou het met ijsberen op de noordpool en leeuwen in de graslanden van Afrika ook zo leuk zijn? Of is een beetje geluk daarvoor niet voldoende?
Wildlife. En nu de leeuwen en de ijsberen. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten