zondag 22 maart 2015

Piraat

Er klonk geen 'ahoy' of 'jo ho' door de straatjes van Durbuy. Ik liep met mijn vrouw en mijn nog onafscheidelijkere Canon EOS 6D door het kleinste stadje ter wereld in de Belgische Ardennen. Daar komen we vaak. Je kunt er goed lunchen en leuk wandelen en er wordt op zondagen vaak iets georganiseerd.
Deze zondag was het naar de maatstaven van dit stadje rustig. De parkeerplaatsen waren nog lang niet vol en de restaurantjes waren binnen alleen maar druk omdat het buiten op de terrasjes nog te fris was. Zodra het mooi weer is, is de grootste publiekstrekker de kanoafvaart op de Ourthe, maar die was ook nog niet open. Dat scheelt veel toeristen. 
Toen we gegeten hadden wandelden we zoals zo vaak door de smalle straatjes. Ik lette weer op leuke, spontane momenten, die ik als straatfotograaf probeer vast te leggen. Dat heeft me al heel veel mooie foto’s opgeleverd. 
Bij de plaatselijke slager staat een nepvarken op ware grootte op zijn achterpoten naar binnen te gluren. Ik heb er al diverse foto’s van, vooral omdat mensen er gekke fratsen bij uithalen. Vandaag stopte een jongetje zijn vinger in de kont van het beest. Knip, ik heb je. Alweer een foto voor mijn archief. 
Ik bleef gluren naar leuke momenten en zag in het voorbijgaan een pijprokende piraat aan een hangtafel op het terras voor een barretje staan. Er was geen theater in de stad, geen concert van een hardrockband, niks bijzonders in de omgeving. Meestal maak ik snel een foto om het unieke moment niet voorbij te laten gaan. Maar in dit geval koos ik niet voor de stiekeme weg. Ik stapte naar de man toe en sprak hem aan in het Frans. Of ik een foto van hem mocht maken, vroeg ik. Het bleek een ongevaarlijk exemplaar. Bien sûr, lachte hij vriendelijk en poseerde gewillig. 
Voor mij is het een bijzondere foto. Niet omdat ik een piraat op tweehonderd meter boven de zeespiegel fotografeerde, maar wel omdat ik zelden vooraf toestemming vraag om een straatfoto te maken. Maar ik wilde niet riskeren dat ik na een stiekeme foto een zware pijp zou roken. Dat deed hij zelf al.

Ongevaarlijk exemplaar.

zondag 1 maart 2015

God zij dank

Als je het ene doet, hoef je het andere nog niet te laten. Dat dacht ik vanmorgen toen ik had deelgenomen aan een excursie van onze fotoclub en spontaan inhaakte op een ander onderwerp. In ons dorp werd vandaag een nieuwe pastoor geïnstalleerd en toen ik naar huis wandelde zag ik in de verte hoe de plaatselijke gilden hem een vendelgroet brachten. 
Bepakt met fotoapparatuur voor onze excursie sloeg ik niet rechtsaf naar huis, maar liep ik rechtdoor naar de kerk. Rugzak en statief waren nu ballast, maar ik maakte nog een serie fraaie foto’s van het welkom aan de pastoor. 
Die excursie vanmorgen stond in het teken van een jubileumproject van onze fotoclub. We maken al het hele seizoen foto’s van de voor ons dorp zo typische gangetjes en steegjes die al eeuwenlang ons buitengebied ontsluiten. Inmiddels worden ze overal doorsneden door woonstraten en bebouwing. Maar ze zijn nog steeds te herkennen. Onze club fotografeert de markante plekken van die gangetjes en dat moet uitmonden in een expositie in april ter gelegenheid van het vijfentwintig bestaan van onze club. 
Om te voorkomen dat we allemaal dezelfde foto’s maakten, zocht ik naar mogelijkheden om me van andere clubleden te onderscheiden. Ik koos voor een techniek waarmee je bijzonder licht in de foto’s kunt brengen. In mijn rugzak zaten een flitser met radiotriggers en flitslichtmeter. Aan de rugzak hing mijn statief en verder had ik een paar lenzen met verschillende brandpuntsafstanden ingepakt. Onderweg heb ik al dat materiaal gebruikt om mijn foto’s een aparte dimensie te geven. 
Na een kop koffie in een plaatselijk staminee met de andere clubleden wandelde ik naar huis. Ik was tevreden met de lichtaccenten die ik in mijn foto’s had aangebracht. Maar toen zag ik in de verte dat de gilden zich opmaakten voor hun vendelgroet. En hoewel ik het niet had gepland, besloot ik spontaan door te lopen en ook bij de kerk nog wat foto’s te maken.
De zon zorgde voor harde contrasten en dat is niet handig bij dit soort reportagewerk. Een collegafotograaf die er aan het werk was, beklaagde zich over het licht. Ik kon hem alleen maar gelijk geven. Toch maakte ik ook hier nog wat geslaagde foto’s. 
De foto die ik hier toon is van alles wat ik vandaag maakte misschien nog wel het minst spectaculair. Maar hier heeft het harde zonlicht me juist geholpen. Mijn flitser zat in mijn rugzak, maar de zon werkt hier als een schijnwerper waardoor de pastoor, die vrijwel helemaal schuil gaat achter de bisschop, toch de belangrijkste persoon op de foto wordt. God zij dank.

Pastoor in de schijnwerper.