maandag 25 mei 2015

Cruydenryck

Cruydenryck Pruujverééj. In Algemeen Beschaafd Nederlands: Kruidenrijk Proeverij. Op het terrein van het Boerenbondsmuseum in Gemert werd vandaag een markt gehouden waarop kruiden centraal stonden. Ik fotografeerde er proevende en kijkende mensen en tussen de bedrijven door ook andere leuke fotomomenten. 
Zo fotografeerde ik een vlechtende mandenmaker die werd beschenen door het schaarse licht dat via een openstaande staldeur binnenviel. Ik vind het een sfeervol plaatje dat ik inmiddels plaatste in een besloten facebookgroep voor fotografen die elke week een foto maken met hetzelfde objectief en dezelfde camera. Ik gebruik daarvoor mijn 50 mm f/1.4 objectief. Dat is een prachtig lensje maar ik gebruik het weinig omdat het bij reportagewerk te veel beperkingen geeft. Maar voor portretten en als uitdaging in deze besloten groep is het een mooi dingetje. 
Op de kruidenmarkt konden ze je uitleggen welke kruiden goed bij welke maaltijd pasten en welke kruiden geneeskrachtige werking hadden. Want niet alle geneeskracht moet van chemisch vervaardigde tabletten uit het medicijnkastje komen. En er viel veel meer te leren.
Zo zag ik een klein manneke met een verwonderde blik kijken naar de druppels water die uit een oude dorpspomp spetterden, terwijl hij de zwengel van de pomp heen en weer trok. Thuis stelt hij waarschijnlijk zonder nadenken de gewenste temperatuur in van de bad- of douchekraan, maar hier ontdekt hij iets nieuws. 
Kun je ook water uit een kraan zwengelen? Dat hadden ze honderd jaar geleden moeten weten! 
Ik sluit niet uit dat dit manneke nog gaat uitvinden dat je foto’s ook met chemicaliën kunt ontwikkelen.

...en foto's kon je met chemicaliën ontwikkelen.

vrijdag 15 mei 2015

Zonder statief

Tien jaar geleden maakte ik met toen nog de Canon EOS 10D een serie foto’s van de opgegraven Romeinse nederzetting bij Xanten in Duitsland. Xanten met zijn ruim 21.000 inwoners wordt beschouwd als opvolger van de Romeinse stad Colonia Ulpia Traiana die van de aardbodem – of beter in de aardbodem – is verdwenen. 
Deze stad telde mee in de Romeinse tijd. Het was na Keulen en Trier de derde Romeinse stad ten noorden van de Alpen en was één van de 150 Romeinse steden met stadsrechten. De stad was gevestigd op de plek waar de Lippe in de Rijn uitmondde en was een belangrijke havenstad voor de Romeinen. Maar toen de Rijn ter plaatse dichtslibde en zijn stroom kilometers verderop voortzette, was het gedaan met Colonia Ulpia Traiana. In de afgelopen decennia zijn de fundamenten van de stad opgegraven. De Romeinse arena is zelfs grotendeels gerestaureerd en nu in gebruik voor onder meer operavoorstellingen. 
De serie foto’s die ik tien jaar geleden maakte siert nu de wanden van ons tweede huis in de Ardennen. Vandaag waren we weer in Xanten en ik had me voorgenomen om er een sterke serie te maken die die van tien jaar geleden moest doen vergeten. Maar aan de kassa kreeg ik te verstaan dat ik geen statief en flitsers mee naar binnen mocht nemen. Ik vroeg om uitleg en de dame aan de kassa wist ook niet waarom dat niet mocht. Maar een toezichthouder die erbij stond vertelde dat ze geen concurrentie wilden van goede fotografen die hun commerciële belangen zouden schaden. 
Ha! Dan zou ik ze wel eens laten zien dat ik alleen met mijn Canon EOS 6D al heel ver kom. Want niet de apparatuur maar de fotograaf is van doorslaggevend belang bij de kwaliteit van de foto’s. De harde contrasten van het felle zonlicht beperkten me in mijn mogelijkheden, maar ik heb er hier en daar ook mooi gebruik van gemaakt door de schaduwen in de compositie in te passen. 
Uiteindelijk hield ik best veel mooi materiaal over van die Romeinse bebouwing. Maar ik keek vandaag ook weer rond als straatfotograaf en liet me de verrassende tafereeltjes niet ontgaan. Zo kwam deze foto tot stand. De gehurkte vrouw links fotografeerde haar kinderen in Romeinse uitdossing. 
Ik ben er alleen nog niet uit of ik onder haar rug nou een centraal sluiter of een spleetsluiter zie.

Is dat links onder een centraal sluiter of een spleetsluiter?

zondag 10 mei 2015

Het recept

Een paar dagen geleden plaatste ik op Facebook een foto van een meesje (klik hier) dat in de opening van een nestkastje verscheen, klaar om weg te vliegen. Het is de tweede keer dat er koolmeesjes nestelen in het vogelhuisje in onze tuin. Vader en moeder mees vliegen af en aan om de jongen te voeren en het nestvuil weg te brengen. In het houten kastje piepen de jongen alsof hun leven er vanaf hangt. En misschien is dat ook wel zo.
Bezoekers van mijn Facebookaccount die reageerden op de foto, vroegen zich af of het wel een echt meesje was. Ik had er immers een namaakmeesje of een opgezet ding in kunnen zetten. En met Photoshop weet je ook nooit zeker wat er nog authentiek is aan een foto. Maar in dit geval was het dus een echt vogeltje. 
Vandaag was het lekker weer om in de tuin te zitten en dus herhaalde ik de fotoshoot met onze meesjes, maar nu met beter licht dan vrijdagavond. Ik wilde ze dit keer ‘vangen’ in volle vlucht en bovendien wilde ik bewegend beeld middels een video-opname. Dat is niet direct mijn ding, maar de camera’s van tegenwoordig maken het je wel erg gemakkelijk. Mijn documentaire van een wegvliegend meesje op Facebook (klik hier) duurt 2,5 seconden. Ik maakte al eens foto’s met een langere sluitertijd. 
Het filmen valt nog niet mee, als je daar geen ervaring mee hebt. Fotograferen gaat me beter af. Het recept van mijn meesjesfoto is als volgt: men neme een Canon EOS 7D en plaatse daarvoor een 100/400 mm zoomobjectief. Zet de boel op een stevig statief. Men neme plaats in een tuinhuisje op hemelsbreed vijf meter van het vogelkastje. Vervolgens is het een kwestie van inkaderen met een brandpuntafstand van 220 mm, zodat er royaal voldoende ruimte is rond het gat in het vogelkastje. Als het meesje wegvliegt heb je immers wat ruimte nodig, want het vogeltje is in een fractie van een seconde uit beeld. 
Op manueel kies ik een sluitertijd van 1/2000 seconde om de beweging te bevriezen. Sneller was wenselijk, maar daarvoor zou ik de ISO-waarde te hoog moeten zetten wat door toenemende ruis ten koste gaat van de scherpte. De ISO-waarde staat op 2000 en het diafragma op f/ 5.0. Groter kan deze lens niet aan. 
Zo en nu maar wachten. De meesjes vliegen af en aan. Gelukkig zitten ze even op een tak in de buurt op de uitkijk voor ze naar binnen gaan en wachten ze een tel in het gat van het vogelkastje voor ze wegvliegen. Er is dus even tijd om te reageren. 
En de moraal van dit verhaal: ik ben een slecht vogelverschikker.

Ik ben een slecht vogelverschrikker.