Ze hebben een kat die Winnie heet. Toen die een jonkie kreeg noemden ze dat poesje Winnie Two. Kijk, dat soort humor, daar hou ik wel van.
Vanavond waren we bij hen op bezoek. We zaten op deze zwoele zomeravond op de veranda met aan onze voeten de tuin, waarin Winnie zo graag op muizen jaagt. Het begon al te schemeren en Winnie was net nog hier maar nu ergens anders. Niemand die er acht op sloeg.
Opeens zat de lucht vol vogels die met hun helse gepiep duidelijk maakten dat er iets niet pluis was. Boven onze hoofden op het afdak van de veranda klonk een bons en gestommel. Het gepiep zwelde aan. Man des huizes strekte zijn nek en zijn tenen en zag in de begroeiing dat er op het afdakje een vogelnestje op de pannen lag. Zoon des huizes spoedde zich naar boven en zag vanuit zijn slaapkamerraam dat Winnie op het pannendak heerlijk lag te smullen. Het liet zich raden wat zijn prooi was. Het was zo gepiept. Even later vertoonde ze zich aan de dakrand met rode lippen die beslist niet met een stift waren aangezet.
Zielig voor het vogeltje? Welnee, in Huize Winnie Two zijn ze de nuchterheid zelve. Het is de natuur, zeggen ze. Winnie deed wat haar instinct haar ingaf en de vogeltjes kunnen zich na hun heftige gepiep opmaken voor een stille tocht, die bij deze gevederde diertjes wel een stille vlucht zal heten.
1 opmerking:
Mooi stukje!
Huize Winnie Two.
Een reactie posten