Het is toch een eigenaardig stadje, dat Durbuy in de Belgische Ardennen. De lokale toeristenindustrie benadrukt graag dat dit ‘het kleinste stadje ter wereld is’. In de stadskern wonen slechts vierhonderd mensen, maar er lopen dagelijks duizenden toeristen door de paar smalle straatjes met veel winkeltjes en restaurantjes.
Ondanks die drukte kun je hier heel erg alleen zijn, dacht ik toen ik deze mevrouw met een sigaretje in de deuropening van haar kledingwinkeltje zag staan. Overal was het druk in de winkeltjes en zij had geen klandizie. Hoe alleen kun je je dan voelen in het ‘kleinste stadje ter wereld’.
Ik kreeg zowaar medelijden met haar. Het was het gevoel dat me als kind bekroop bij het lezen van het boek ‘Alleen op de wereld’ van Hector Malot. Die kleine Remi, als vondeling bij pleegmoeder Barberin terecht gekomen, op achtigjarige leeftijd door stiefvader verkocht aan straatmuzikant Vitalis en daarna al die zwerftochten met evenzovele zielige avonturen. ‘Sans famille’, schoot me in dit Franstalige stadje de oorspronkelijke titel van ‘Alleen op de wereld’ te binnen.
Opeens bedacht ik weer dat we hier met de fotoclub op stap waren en dat we hadden afgesproken dat we in dit pittoreske stadje vooral mensen zouden fotograferen. Ik drukte snel af voor ze me in de gaten kreeg en net te laat naar binnen glipte. Niks medelijden met een mevrouw die alleen op de wereld is maar niet heus. Alleen op de foto, dat wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten