Onder de watervallen van Coo in de Belgische Ardennen ontmoette ik gisteren een Nederlander die stond te fotograferen met een pinholecamera. In het houten kistje zonder lens, met enkel een gaatje waar licht door kan vallen, gebruikte hij de voor dit doel zeer geschikte 100 ASA Velvia film. Hij was een kenner dus.
In een tijd waarin je alles tot in de pixel onder controle kunt hebben, vond deze man het nog altijd leuk om zich te laten verrassen door wat er op het celluloid terecht was gekomen. Fotograferen met een pinholecamera is een aparte tak van sport in de fotografie, waar ik me nooit aan heb overgeleverd.
Ik weet het: de resultaten kunnen adembenemend mooi zijn. Maar ik ben inmiddels helemaal gewend aan de snelle controle van het beeld en het histogram op de display. Ik maak mijn foto’s in RAW, dus in de nabewerking heb ik nog veel speelruimte.
De verrassing zat voor mij veel meer in het voortraject. Ik kom elk jaar wel een keer naar Coo om er in de zomer spelende kinderen te fotograferen. Dat heeft me al een mooie serie opgeleverd. In de winter was ik nog nooit hier. Deze nacht had het in Elsenborn - nog een stukje oostelijker - zestien graden gevroren. In de hoge Ardennen lag een dik pak sneeuw. Ik reisde met hoge verwachtingen af naar Coo om er ijspegels en mooie ijsafzetting op de rotsen te fotograferen in een decor van sneeuw.
Op de heenweg reden we door prachtige sneeuwlandschappen, maar hier in Coo lag geen sneeuw. Ik trof er alleen de vermoede ijsafzetting aan. Het was de glibberpartij op een voor publiek verboden stukje terrein onder de watervallen meer dan waard. Zelfs de fanatieke pinholefotograaf wilde wel even op de display van mijn EOS 5D kijken wat ik daarvan had vastgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten