Carnaval is een uitbundig feest van kleur, jolijt, muziek, hossen, springen, drinken en nog veel meer dat het leven leuk maakt. Ik mag me er graag in mee laten sleuren. Al veertig jaar vier ik vier dagen carnaval en nooit heb ik mijn fotocamera bij me. Als ik het zelf niet meer allemaal scherp zie, vertrouw ik ook niet op de autofocus van mijn camera.
Bovendien worden met carnaval zoveel foto’s gemaakt, dat ik daar nauwelijks iets origineels aan toe kan voegen.
Toch heb ik dit jaar op carnavalsmaandag foto’s gemaakt van het openbare leven. Ik was gistermorgen al vroeg in de uitgestorven straten van Helmond. Van een openbaar leven kon je nauwelijks spreken, want behalve schoonmaakploegen en bierleveranciers was er niemand op straat.
Zelfs in de doorgaans drukke Veestraat in het winkelhart van Helmond was het stil. Met zijn natgeregende bestrating, een niet meer voor consumptie geschikte frikandel en wat vertrapte confettie waar het feestelijke intussen ook wel vanaf was, bood de lege Veestraat gistermorgen om half elf een troosteloze aanblik.
De winkels bleven de hele dag gesloten. Het wachten was op de dweilorkestjes die na twaalven weer leven in de brouwerij kwamen brengen. Het lot van de frikandel was: nog deze ochtend opgeslokt worden in een container van de afvalruimers, of later op de dag geplet worden onder de schoenzolen van carnavalsvierders. Ik heb het niet afgewacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten