Tegenwoordig kunnen de camerafuncties van de smartphones een goed alternatief bieden, maar elke fotograaf weet dat er niks gaat boven een echte camera. Op mijn G10 heb ik controle over sluitertijd, diafragma en ISO-waarde, net zoals op een spiegelreflex kleinbeeldcamera. Het grote voordeel van die instelmogelijkheden is dat je daarmee het licht kunt sturen. Dat kun je met een smartphonecamera niet of nauwelijks. Met mijn G10 maak ik nog elke week foto's. Hoewel Canon inmiddels een G16 in de markt heeft gezet, voldoet mijn oude beestje nog prima voor de doelen waarvoor ik hem in wil zetten.
De G16 heeft 12,1 megapixels. Mijn G10 heeft er zelfs 14,7. Handig als ik wil croppen. Het nadeel – en daarom heeft Canon ook wat pixels weggegooid – is dat mijn G10 bij hogere ISO-waarden vrijwel onbruikbaar is door de ruis. De sensor van een PowerShot is domweg te klein voor zoveel pixels.
Op de Canon G16 kun je ISO 12800 instellen, drie stoppen meer dan de ISO 1600 op mijn G10. En met die ISO 1600 krijg ik meer ruis dan beeld. Ik ga zelden hoger dan ISO 200. Desondanks heb ik met deze camera al veel mooie foto's gemaakt, die ik anders niet gemaakt had omdat ik domweg geen camera bij me zou hebben.
Vandaag maakten we een mooie herfstwandeling door de bossen naar een naburig dorp. Ik had mijn spiegelreflexen thuisgelaten, omdat ik in dit gebied sinds mijn jeugd alle landschapsvarianten al gefotografeerd heb. De PowerShot ging wel mee in een jaszak, voor het geval ik nog verrassend leuke dingen zou zien.
En warempel. In het bos zag ik een plas water die na de regen van gisteren nog niet door de bodem was opgeslokt. Je kon er met twee voeten naast elkaar in staan en er lag een polsdikke tak ik. Ik hield mijn G10 een vinger dik boven het wateroppervlak en drukte af.
Ik stond versteld van het resultaat. Het leek alsof er een boomstam in een meertje lag. Mijn ouwetje mag nog een poosje mee. Wat een power shot.
Kabouterboomstam in een meer. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten