zondag 25 september 2011

Keien

Het hanzestadje Doesburg is één groot openluchtmuseum. Van al die monumentale gevels valt de historie van dit Gelderse stadje aan de IJssel af te lezen. We bezochten Doesburg gisteren in het kader van de jaarlijkse excursie van onze heemkundekring. Doesburg had net als ons dorp banden met de Duitse Ridderorde.
De monumentale gevels van Doesburg zijn talloze malen gefotografeerd. Alleen al op de zonnige zaterdag waarop wij er gisteren rondliepen zag ik tientallen fotograferende toeristen. Geveltje zus, geveltje zo. Mooie monumenten.
Mensen keken me wat meewarig aan toen ik mijn camera op de grond zette en zonder door de zoeker te kijken een foto maakte. Statief vergeten zeker? En hoe stel je nu scherp? Wat komt er eigenlijk op de foto zo? Gelukkig berekent een moderne camera tegenwoordige zelf het licht, toch?
Het viel me al kijkend en fotograferend op hoe nadrukkelijk de bestrating van basaltkeien bijdroeg aan de sfeer in het oude stadje. Dat wilde ik in een foto vastleggen. Doe je dat staande, van ooghoogte, dan lijkt het wegdek doorgaans toevallig meegefotografeerd. Door de camera op de grond te zetten en een derde van het beeld te vullen met keien, betrek je de bestrating heel nadrukkelijk in de foto.
De liveview op het digitale venster achter op de camera was door het zonlicht nauwelijks te beoordelen. Niet een statief maar een hoekzoeker zou me nu van pas gekomen zijn, maar die was ik wel vergeten. Wat ik dan doe? Alle automatische camerafuncties uitschakelen! Ik meet het licht op de grijze keien en zet de gevonden waarden vast in iso, diafragma en sluitertijd. Ik zet handmatig de scherpstelling op net niet helemaal oneindig waarmee ik bij mijn groothoekobjectief een flinke scherptediepte heb, zet de camera op de grond en richt globaal in de richting van enkele monumentale panden waar juist op dat moment toevallig een paar mensen in het beeld lopen. Resultaat: een keigave foto, waarbij kei in deze foto letterlijk te nemen valt.

Keigaaf, die keien.

Geen opmerkingen: