In ons dorp zijn wij fier op ons volkslied. We zingen het bij plechtige officiële gelegenheden, spontaan op feesten, met carnaval ook. Jong en oud kunnen het meezingen. Het is ons met de paplepel ingegeven.
Van wor ik bén? Kéénde gaj óns laand?
't hé gín besnùwde tòppe
't is plat lejk as m'n oope haand
gín spoor hé hiejr te stoppe.
Vandaag vroeg ik me af of het niet langzamerhand tijd wordt om het te herschrijven.
Ik was een dagje vrij en zat voor de verandering eens niet in de Ardennen, waar ik vorige week nog besneeuwde heuvels fotografeerde. Ik was thuis en besloot in de buurt het besneeuwde platteland te gaan fotograferen. Maar ik keek met Ardense ogen en zag vooral heuveltjes. Ons landschap is veranderd. Met mensenhanden.
Ik keek eens naar mijn geopende hand. Zo plat is die niet. Ik zing niet meer mee als ze ons volkslied aanheffen.
Nou vooruit dan, maar wel met mijn eigen tekst:
Van wor ik bén? Gaj kéént óns laand! (Daar zorgt de VVV wel voor)
't hé skôn besnùwde tòppe (Mijn foto bewijst het)
't zèn gin bèèrg mar bulten zaand (Er ligt hier sinds kort een golfbaan)
d'n trem gí hiejr nog stoppe. (Een oude tram in een nieuw jasje gaat naar deze plek rijden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten