zondag 11 april 2010

Knol

De moderne westerse landbouw kan niet meer zonder tractoren. Ze heten Steyr, Eicher of John Deere – spreek uit dier, al heeft die power met dieren niks meer te maken. De zwaardere exemplaren leveren een paar honderd paardenkrachten. Maar ook die verwijzing naar de oorspronkelijke dierkracht verdwijnt. Tegenwoordig wordt het vermogen steeds vaker uitgedrukt in kilowatt.
Uit mijn jeugd in de jaren zestig herinner ik me nog de eggende en ploegende 'Belse knollen', zoals we die trekpaarden noemden. Een tractor was toen voor veel boeren nog te duur. Op de boerderij van mijn vriendje heb ik de eerste trekker zien komen en die werd dan nog gedeeld met de buurman die ook een boerderij had.
Vandaag wandelden we door de velden buiten ons dorp. Daar dacht ik een moment dat ik een déjà vu had. Ik zag een vertrouwd beeld uit mijn jeugd. Maar het ging niet als een flits voorbij. Wat ik zag was echt. Een boer liep achter paard en ploeg een akker te bewerken. Hij deed de nostalgie geweld aan door op laarzen te lopen. De boeren uit mijn jeugd droegen klompen. Maar verder: net echt. Snel even een foto gemaakt van die paardenpower, want wanneer krijg je nou de kans om een jeugdherinnering te fotograferen?
De knol was van het Boerenbondsmuseum in ons dorp. En de boer was een vrijwilliger die zijn paardenhobby niet voor zichzelf houdt, maar zijn diensten aanbiedt voor het toerisme in het dorp. Hij is koetsier op de huifkar of hij demonstreert hoe de boer vroeger op de akker ploegde. Leuk voor het museum, die knollen, maar niet meer voor de moderne akkerbouw. Want zo'n paard levert toch niet veel meer dan 0,74 kW, heb ik snel even uitgerekend.


Watt een paardenkracht.

Geen opmerkingen: