zaterdag 25 februari 2017

De eerste en de laatste

Het is vandaag precies tien jaar geleden dat ik met dit blog begon. Elke maand plaatste ik meer dan negen jaar lang minstens één foto met een verhaaltje en ooit wel acht. Tot er in april de klad in kwam. Opeens stokte de regelmatige updates van ‘Scherpstellen’. Ik schakelde over op het plaatsen van foto’s met korte teksten op Facebook.
Aanvankelijk dacht ik nog dat ik het schrijven van blogjes snel weer zou hervatten. Een maandje overslaan zou ik wel kunnen uitleggen, dacht ik. Het was immers een drukke periode waarin ik een boek met veel foto’s over erfgoed had samengesteld. Maar ik merkte dat Facebook veel meer interactief was. Bovendien was de formule die ik op Facebook losliet veelzijdiger dan dit blog. 
Dus sloeg ik niet één maand over maar twee, drie, vier… inmiddels negen. Toch voelde het niet goed om mijn fotoblog zo maar stilletjes los te laten en weg te laten kwijnen. Ik zocht naar een goed moment om weer foto’s met teksten te gaan plaatsen. Maar dat goede moment vond ik niet. Facebook had volledig overgenomen wat ik met ‘Scherpstellen’ beoogde. Ik vond de tijd gekomen om een punt te zetten achter dit blog.
De tiende verjaardag van ‘Scherpstellen’ vind ik een goed moment om dat besluit hier mede te delen. Dit is mijn laatste blog in deze opzet. Niet omdat ik geen geschikte foto’s meer maak; wel omdat de formule naar mijn gevoel is overgenomen door Facebook. 
Altijd moesten foto’s op ‘Scherpstellen’ actueel zijn, was een regel die ik mezelf had opgelegd. Vrijwel altijd waren het foto’s die gemaakt waren op de dag dat ze gepubliceerd werden. Laat ik daar in dit afscheidsblog eens rigoureus van afwijken. Vandaag plaats ik de oudste digitale foto die ik ooit gemaakt heb.
Deze foto maakte ik op 2 augustus 2001 aan de noordwestkust van Ierland met een Canon Digital Ixus. Deze ultracompactcamera kostte destijds ruim 1700 gulden en had 1.9 megapixels (1600x1200) pixels. De eerste de beste smartphone doet het tegenwoordig beter. Maar na ruim dertig jaar analoge fotografie met dokawerk was ik de koning te rijk met dat nieuwe digitale apparaatje. Inmiddels zitten er 60.000 digitale foto’s in mijn Lightroom bibliotheek. 

Mijn jongste aanwinst is de spiegelloze Fujifilm X-T2 met 24 megapixels. Benieuwd wanneer die als oud schroot naar de stort kan, omdat we voortaan fotograferen met een achter ons oog geïmplementeerde biologische camera. Volg mijn fotografische ontwikkelingen verder op mijn Facebookpagina https://www.facebook.com/paul.verhees.75 of op mijn website Paul Verhees Fotografie https://www.paulverhees.com. Ik zie u daar, tot ziens.

De eerste de beste smartphone doet het tegenwoordig beter.

vrijdag 25 maart 2016

Andy Warhol

Op deze weblog heb ik al vaker gesteld dat kunst fotograferen geen kunst is. Vandaag bezochten mijn vrouw Martha en ik in het Belgische Spa een expositie van werken van Andy Warhol. Ik voel me dan niet uitgedaagd om al die mooie zeefdrukken fotografisch te kopiëeren. Ik bewonder de werkwijze van Warhol en de ontwikkeling die hij in de loop van zijn kunstenaarsleven heeft doorgemaakt. Dat valt fotografisch niet te kopiëren. 
Ik maak tijdens onze rondgang over deze tentoonstelling wel een foto van mijn vrouw, die zittend poseert tegen het decor van Warhol-zeefdrukken – of Warhold (met een d…), zoals mijn vrouw hem om onduidelijke reden steevast noemt. Die foto heb ik geplaatst op Facebook
Als ik haar even later zie weerspiegelen in het glas waarachter een Warhol-zeefdruk wordt geëxposeerd van Mao Zedong, dan zie ik opeens ook een fotomomentje. De zeefdruk van Zedong is van Warhol, maar de weerspiegeling van Martha links en Mao rechts van Mao, die heb ík in een fotoframe gevangen. 
Mijn vrouw fotograferen zoals ik haar niet eerder heb gefotografeerd, dat is dan weer wel kunst.

Martha en Mao.

dinsdag 9 februari 2016

Carnavalsorde

Ook dit jaar heb ik weer een serie mooie foto’s gemaakt tijdens de plaatselijke carnavalsoptocht. En ook dit jaar slaag ik er weer in om voor dit blog een foto uit te kiezen waarop niets van die optocht te zien is. Vorig jaar toonde ik hier een foto van mensen die beschut achter een raam in het zorgcentrum naar de optocht keken. De foto was leuk en aandoenlijk tegelijk. 
Dit jaar kies ik een foto waarin ik opnieuw de optocht uit beeld houd. Ik laat hier geen swingende drukte zien, geen dynamische actie, geen felle kleuren. Ik heb hier alleen oog voor strakke lijnen en orde in de architectuur en voor optochttoeschouwers die in dat decor staan, hoog boven het straatcarnaval. 
De foto is zondag gemaakt maar ik ging zo op in het carnavalsfeest dat dit het eerste moment is waarop ik me tijd gun om mijn blog weer te actualiseren. De keuze voor deze foto is een momentopname. Zondagmiddag of gisteravond had ik misschien een andere gekozen. Vanmiddag kan het nog een andere zijn. Maar nu zit ik even buiten de carnavalsdrukte en spreekt deze strakke foto me het meest aan. 
Ik moest bij het bekijken van deze foto denken aan de schilder Pieter Mondriaan en de fotograaf Andreas Gursky. Mondriaan liet in zijn schilderwerk naarmate zijn loopbaan vorderde steeds meer details weg en vertelde zijn beeldverhaal uitsluitend nog in lijnen en kleurvlakken. Wie het werk van Gursky bekijkt ziet ook een strakke ordening van vlakken, hoe gedetailleerd en druk zijn foto’s dan ook mogen zijn. 
Ik zou mijn carnavalsfoto’s ook nog wat strakker kunnen maken. Ik zou hier volgend jaar een optochtfoto kunnen plaatsen van enkel en alleen de straatstenen waar de stoet overheen trekt. Ik zou die straatstenen dan niet verklaren vanuit Mondriaan of Gursky, maar vanuit het carnaval. In een naburige stad wordt carnaval muzikaal begeleid door straatstenen… De hofkapel heet er ‘De Klinkers’.

Strak fisje nie?

zaterdag 16 januari 2016

Cultuurfabriek

In Eindhoven heb je Strijp S. In Helmond heb je de Cacaofabriek. In Den Bosch heb je de Verkadefabriek. In Groningen bezocht ik al een paar keer de expositie Noorderlicht in een oude leegstaande suikerfabriek. En in Veghel was ik vanmorgen met 25 leden van onze fotoclub op excursie in CHV Noordkade. 
Wat deze plekken gemeen hebben is dat oud industrieel erfgoed een nieuwe bestemming heeft gekregen. Op al deze plekken is horeca en cultuur de nieuwe motor. Kunstenaars vinden er ruimte om hun ideeën vorm te geven en te tonen. Aan de bar kun je van gedachten wisselen over het wisselend succes van dit soort initiatieven. 
CHV Noordkade is een industrieel complex dat stamt uit het begin van de twintigste eeuw. Deze Coöperatieve Handelsvereniging (CHV) was een initiatief van de in 1896 gestichte Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB). De op aanraden van de Gemertse pater Gerlacus van den Elsen verenigde boeren konden er onder meer terecht voor hun veevoerders. 
Toen de CHV zijn fabriekscomplex op de noordkade van de Veghelse haven verliet, moest er een nieuwe bestemming gevonden worden voor de lege gebouwen. Bouwbedrijf Van de Ven dat het terrein met opstallen kocht vertimmerde de gebouwen in overleg met de Veghelse bevolking tot een cultureel centrum. En wat nou zo mooi is aan de inbreng van al die creatieve geesten, is dat het geen gelikt nieuw architectonisch hoogstandje hoeft te zijn. De wat rauwe afwerking met veel restanten van de oorspronkelijke bouw maken CHV Noordkade tot een inspirerende omgeving. 
Wij liepen er vanmorgen rond met onze camera’s om die sfeer van oud en nieuw in fotografische beelden te vangen. Ik voelde me al snel geroepen om buiten de voor de hand liggende kaders te kijken. Zo kwam ik in een zaal die was ingericht voor lezingen, presentaties en symposia. De stoelen waren leeg, de witte projectiewand weerkaatste geen informatieve beelden. Hier viel op dit moment niks op te steken. Niks ten nadele van CHV Noordkade, want dat concept bevalt me wel. Maar hier bedacht ik, dat ik terecht was gekomen op een Symposium der Leeghoofden en ik maakte deze foto.

Symposium der leeghoofden

dinsdag 15 december 2015

Kerstmiss

Ze zal ongetwijfeld vaak gefotografeerd zijn, de naakte dame die in Valkenburg ontspannnen over de leuning van een bruggetje over de Geul leunt. Nou ja, het is niet een heuse dame. Want dan zou ze inmiddels al lang kramp in haar hele lijf hebben. Wat ik bedoel is het beeld van een naakte vrouw op een emmer dat aan de Bogaardlaan staat. 
Ik weet niet of er een echte dame model gestaan heeft voor dit beeld. Ik weet er eigenlijk erg weinig van. Het staat er al jaren, reconstrueer ik uit de schaarse informatie op internet. Maar over het beeld zelf kon ik verder niks vinden. Meer mensen vragen zich af wie de maker is, maar antwoorden vind ik niet. 
Als ik de trefwoorden ‘beeld’ en ‘Geul’ intik, zijn de eerste drie foto’s die onder ‘Afbeeldingen’ verschijnen van dit beeld. Fotogeniek is de dame dus wel. In 2010 tijdens de oranjegekte rond het WK voetbal in Zuid-Afrika droeg ze een oranje mutsje en lag er een oranje voetbal aan haar voeten, zie ik op een foto. Iemand anders had ook de Kerstvrouw al eerder dan ik gefotografeerd en op internet geplaatst.
In februari van dit jaar, een week na carnaval, maakte ik de linker foto. Ik weet niet of ze tijdens het narrenfeest ‘verkleed’ was, maar toen ik haar zag stond ze daar in al haar onverhulde brons. Ik maakte toen een foto en borg die op in mijn archief zonder er iets mee te doen. Tot ik haar vanmiddag weer fotografeerde, nu uitgedost als Kerstmiss. 
Ik pakte er de foto uit februari bij en zag dat ze geen kippenvel had. Voor de temperatuur had ze ook nu geen kleren aan hoeven trekken, want die reikten naar voorjaarswaarden. Maar de hint is wel duidelijk: het is ondanks het voorjaarsweertje toch heus werkelijk waar bijna Kerstmis.


Ho ho ho! Vrolijk Kerstmiss.


vrijdag 27 november 2015

Brick ziet ochtendzon

Het is sinds ik in februari 2007 met dit blog begon nog niet gebeurd, dat ik een maand geen foto plaatste. Het zal deze maand ook niet gebeuren. Want hier is dan mijn novemberfoto. Een door mijzelf opgelegde spelregel van dit blog is dat ik alleen maar verse foto’s plaats. Liefst van vandaag en bij hoge uitzondering een dag oud. Alleen voor een aan de actualiteit gerelateerd verhaal wil ik een enkele keer nog wel eens in mijn archief duiken. 
Een reden waarom er minder foto’s op dit blog verschijnen is, dat ik steeds meer foto’s plaats op Facebook. Dat zijn foto’s die voor zichzelf spreken en hooguit vergezeld gaan van een korte uitleg. Op dit blog gaat het vooral om foto’s waarover vanuit fotografisch oogpunt iets te vertellen is. Zoals deze foto, die gemaakt is met een compactcamera. 
Nu ik niet meer aan kantoortijden gebonden ben zit ik vaak op de fiets. Een paar honderd kilometer per week is geen uitzondering. Die haalde ik deze week ondanks het frisse weertje ook weer. En vrijwel altijd gaat mijn goeie ouwe Canon PowerShot G10 mee. Een spiegelreflex meesjouwen op de fiets vind ik onhandig, maar die kleine ‘brick’ – zoals ze hem in de VS noemen – past precies in mijn zadeltasje. Als ik onderweg iets leuks zie, stap ik af en maak een foto. 
Het komt regelmatig voor dat ik leuke foto’s heb, maar geen tijd om een blog te schrijven. En de volgende dag plaats ik de foto niet meer vanwege de hiervoor uitgelegde spelregel dat het een verse foto moet zijn. Gisteren heb ik nog wel snel een foto op Facebook gepost die ik maakte op een fietstocht door natuurgebied De Maashorst. Met mijn G10 legde ik een waterdruppel vast die fonkelde in de zon. 
Vandaag zat ik alweer vroeg op de fiets en ter hoogte van Stad van Gerwen langs het Wilhelminakanaal tussen Lieshout en Gerwen zag ik de zon opkomen. Op het weiland lag dankzij de vorst-aan-de-grond bevroren ochtenddauw. Dat kleine ouwetje – Canon is al toe aan de G16 – in mijn zadeltasje wist wel raad met dit tafereeltje. Het was mijn eerste een enige fotostop op de 105 kilometer die ik vandaag fietste. Ik ben alleen nog gestopt voor een warme kop koffie.

... en toen was er koffie.

dinsdag 27 oktober 2015

Brandenburger Tor

De Brandenburger Tor is één van de toeristische highlights van Berlijn. Het bouwwerk staat op een van de eerste pagina’s in onze reisgids en niet alleen omdat Brandenburg met een B begint en daardoor tamelijk vooraan in het alfabet staat. Ik citeer uit onze gids: ‘Als er in Berlijn überhaupt een plaats bestaat waar de geschiedenis van Pruisen en Duitsland wordt gebundeld, dat is dit hier, rond de Brandenburger Tor’. 
Gisteren heb ik het bouwwerk van voor en van achter en van onder naar boven gefotografeerd. Maar echt tevreden ben ik niet over deze foto’s. De omgeving was druk en rommelig vanwege wegwerkzaamheden en vanwege de vele toeristen die nu eens niet een boeiende hoofdrol speelden tegen een prachtig decor. Ik heb er wat plichtmatige vakantiekiekjes gemaakt, maar geen creatieve hoogstandjes. Dat de zon harde schaduwen in mijn foto’s tekende maakte het resultaat er niet beter op. 
Dat ik toch foto’s heb van de Brandenburger Tor waarover ik wel tevreden ben, is niet te danken aan Berlijn, maar aan Potsdam. Deze ruim 165.000 inwoners tellende ‘voorstad’ van Berlijn heeft ook een Brandenburger Tor. Niet zo imposant, van minder historische betekenis, maar zeker zo fotogeniek. Ik maakte er vanavond enkele foto’s. Hier had ik geen last van toeristen die overal in de weg liepen. 
Deze foto verdringt in dit blog dan ook de foto’s die ik vandaag maakte op historische plekken als Cecilienhof (waar de geallieerden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog besloten de atoombom in de strijd te werpen) en de paleizen Sanssouci en Neues Palais. Van mijn lessen Duits - meer dan veertig jaar geleden - heb ik onthouden dat das Tor 'de poort' betekent en der Tor 'de gek'. Nu snap ik waarom. In vind deze Tor zo gek nog niet.

Het is das Tor en niet der Tor.

zondag 11 oktober 2015

Op jacht

Wie in het najaar door de bossen in de Ardennen wandelt, moet zich er van vergewissen dat er in dat bosgebied op dat moment niet gejaagd wordt. Bij de toegang tot de boscomplexen hangen bordjes of zijn a-4-tjes aan bomen bevestigd. Daarop kun je lezen wanneer er gejaagd wordt en wanneer je dan vanwege het gevaar het bos niet in mag. Meestal is de spertijd laat in de middag en aan het begin van de avond, zo rond zonsondergang. Dan komen de herten en zwijnen uit hun beschutting. 
We wandelden gistermiddag door een groot boscomplex bij Mochamps ten noorden van Saint Hubert in de Waalse provincie Luxemburg. Daar zit veel groot wild. Ik fotografeerde er al eens grote edelherten en langs paden zie je op veel plaatsen woelsporen van wilde zwijnen. Ook vossen kunnen er je pad kruisen. In dat boscomplex bij Mochamps staat een uitkijktoren met uitzicht op een open terrein met vennetjes waar veel wild foerageert. Ook is er verderop een schuilhut van waaruit je wild kunt bespieden. 
We wandelen meestal ’s middags in dit gebied, met weinig kans om dieren te zien. Toch neem ik op die wandelingen altijd een camera met een telezoomobjectief 100-400 mm en een statief mee. Zo ook gistermiddag. Onderweg namen we een kijkje in de schuilhut. Er zat één man met verrekijker en camera met telelens. Ik stelde geruisloos mijn statief op en monteerde er mijn camera met telezoom op. En nu maar hopen dat er iets te zien zou zijn. Tegen beter weten in eigenlijk, want tussen drie en vier uur ’s middags hadden we hier nog nooit wild gezien.
Na een kwartiertje kwam er een groep luidruchtige Vlamingen met kinderen binnen. Ondanks een voortdurend ge-ssst werd het niet rustig. De man naast me schudde geïrriteerd zijn hoofd en beet op zijn onderlip. Ik troostte me met de gedachte dat ik op dit uur toch al weinig kans zou maken op wildwaarnemingen. 
Na een poosje vertrok het luidruchtige gezelschap en bleef alleen een groepje echte wildspotters achter. En opeens hadden we beet: in de verte rende een rotte wilde zwijnen over open terrein naar de bosrand. Mijn apparatuur stond schietklaar dus ik maakte mijn foto’s. 
Bijzonder móóie foto’s vind ik het niet, bijzondere foto’s wel. Want een wildwaarneming op dit tijdstip in vol daglicht is meer geluk dan wijsheid. Ik denk dan ook dat ik hier meer mijn jachtinstinct bevredigd heb dan mijn drang om creatieve foto’s te maken. Gelukkig voor die zwijnen schiet ik met een camera en niet met een jachtgeweer.


En ik schoot raak.

maandag 21 september 2015

Muziek

Als ik op straat foto’s maak hoor ik vaak de vraag: is dat voor de krant? Dat zou zo maar kunnen, maar meestal is dat toch niet het geval. Vandaag liep ik in mijn dorp over straat met mijn Canon EOS 6D. Ik maakte foto’s van cultureel erfgoed in ons dorp voor een boek dat volgend jaar verschijnt. 
“Kun je van ons ook een foto maken?” vragen twee mannen die gezellig staan te kletsen; de ene leunend op een bezem, de ander ontspannen de handen in de zakken. “Dat weet ik alleen maar zeker als ik het ook werkelijk doe”, antwoord ik en richt mijn camera. Klik. Ja dus, ik kan het. Ik toon ze de foto op de display van mijn camera. Ze vinden hem mooi. 
Of ik voor de krant foto’s aan het maken ben, vragen ze. Nee dus. Ik ben op pad voor een boek. Hier om de hoek ga ik een stukje erfgoed op de foto zetten. En twee deuren verder in een café ga ik meteen een afspraak maken voor een andere fotoshoot. 
Ik wil de heren de foto best opsturen, als ze dat op prijs stellen. En ze willen hem wel. 
Nou ken ik deze mannen allebei van gezicht en ik weet er zelfs een etiketje op te plakken: die ene heeft iets met fluiten en de andere met allerlei andere muziekinstrumenten. Maar ik ben niet zo goed in het onthouden van namen. Gelukkig krijg ik hun e-mailadressen om de foto naartoe te sturen en dan weet ik ook meteen hoe ze heten. De meeste e-mailnamen bevatten immers de naam van de eigenaar. 
O ja, nou weet ik het weer. De ene heeft iets met scheidsrechteren bij het zaalvoetbal en die andere heeft al een eeuwigheid een reputatie als muzikant. En nu betrap ik ze hier zomaar in een ontspannen onderonsje. Ik beloof dat ik de foto zal toezenden. Een foto waar muziek in zit. Fluitend loop ik verder.

V.l.n.r. fluiten en andere muziekinstrumenten.