zaterdag 22 oktober 2011

Dagpauwoog

Veel idolen heb ik nooit gehad. Als wielerliefhebbende puber had ik ooit een foto van Louis Ocana op mijn slaapkamerdeur hangen. Ik bewonderde Ocana omdat die met nimmer aflatende ijver Eddy Merckx bleef aanvallen. Maar een echt idool was hij voor mij niet eens. Het was gewoon een hele mooie foto van die strijdende man op een steile bergweg.
Op straat zou ik beroemdheden onderste boven kunnen lopen, zonder dat ik daar onderste boven van zou zijn. Sorry meneer, sorry mevrouw. Maar ik zou er geen naam of reputatie aan kunnen hangen. Als Trix eens naar een andere kapper zou gaan, zou ik haar al niet meer kennen.
Vandaag stond ik oog in oog met een bekende. Althans, volgens een naslagwerk dat ik raadpleegde is de dagpauwoog een van de bekendste soorten vlinders in Europa. Voor mij is een vlinder gewoon een vlinder en verder niks bijzonders. Ik schreef hier eerder deze week al dat ik geen natuurkenner ben.
Zonder die kennis der natuur kan ik in de natuur nog wel iets mooi vinden. Als dan een dagpauwdinges voor mijn lens fladdert, maak ik er gewoon een foto van hoor. Maar dan is het al snel geen vlinder meer. Ik heb aan alle kanten flink wat pixels weggeknipt van die dingesoog. Ik zou er op papier niet eens meer een grote afdruk van kunnen maken. Weg vlinder; wat overblijft is een masker waar met een beetje fantasie een gezicht – twee blauwe ogen, een neus en paar rode wangen – in te herkennen is. Dag pauw, hallo oog.

Dag pauw, hallo oog.

donderdag 20 oktober 2011

Moeilijke keuze

Het was een moeilijke keuze vandaag. Ik maakte een mooie foto van een spelend kind op straat en ik maakte een paar mooie landschapsfoto's. Als straatfotograaf zou ik moeten kiezen voor het spelend kind, dat breed lachend regelrecht mijn lens in rent.
Toch valt de keuze op een landschapsfoto. We zijn immers maar een midweek in het Zwarte Woud en om dit beboste heuvellandschap met zijn meertjes te fotograferen, moet ik van huis uit toch al gauw vijf uur rijden. Het is een totaal ander landschap dan de Ardennen, waar we vaak komen. Kinderen op straat kan ik overal fotograferen, dus die kans krijg ik wel vaker.
Voor goede landschapsfotografie moet je het juiste licht en het juiste weer benutten, betoogde ik een paar dagen geleden in een blog. Soms duurt dat maar een paar minuten.
Vanmorgen wandelden we langs een meertje, waarboven de damp na een koude nacht nog niet was opgetrokken. Er was al wel voldoende licht dankzij een waterkoud flets zonnetje. De foto die ik er maakte was een uur eerder en een uur later niet te maken. De damp trok op, de zon brak door en later viel er regen. Ik benutte dus het juiste moment voor een sfeervolle landschapsfoto.
Jammer eigenlijk, want dat spelend kindje leverde me ook een mooie foto op en die kan ik nu niet laten zien. Eén foto per dag, is de beperking die ik mezelf op dit weblog heb opgelegd.

Geen spelend kind.

woensdag 19 oktober 2011

Het Witte Woud

Soms dient een foto simpelweg alleen maar om met anderen een ervaring te delen. Creativiteit is dan ondergeschikt aan de boodschap.
De foto die ik hier toon is geen creatief hoogstandje. Technisch was het ook geen bijzonder kunstje. Met de eerste de beste multimediatelefoon kun je dit beeld al maken. In de nabewerking met een fotobewerkingsprogramma moet je je ook beperken. Met de contrast- en kleurschuifjes verpest je voor je het in de gaten hebt de sombere sfeer van de nevel boven het bos en geef je de onnatuurlijk vrolijke kleur van een zonbeschenen landschap aan de foto.
De reden dat ik deze foto toon, is dat het dit najaar mijn eerste sneeuwfoto is. Zelfs dat zou nog niet de moeite waard zijn, maar ik verwonder me over de snelle inval van de winter hier in het Zwarte Woud. Gisteren wandelden we in een prettig zonnetje bij een temperatuur van 21 graden zonder jas naar de waterval van Geroldsau. Vanmorgen viel er regen bij vier graden. En toen we eenmaal in de auto zaten reden we binnen vijf minuten bij nul graden in de sneeuw.
Het Zwarte Woud veranderde in het Witte Woud. Ik herinnerde me dat ik mezelf thuis voor gek verklaarde, toen ik handschoenen en een das in mijn reisbagage wilde stoppen. Die heb ik dus niet bij me. Spijt, maar binnen een etmaal van zomer naar winter – op zelfde plaats, op zelfde hoogte – wil ik ook eens meegemaakt hebben. Dat wilde ik met deze foto laten zien.

Van 21 naar 0 graden binnen een etmaal.

dinsdag 18 oktober 2011

Waterval

Vaak worden de termen landschaps- en natuurfotografie door elkaar gebruikt, vooral bij foto's van bossen, watervallen en bergen. Maar er is een wezenlijk verschil. Ik mis het geduld van de jager en de kennis der natuur die me tot een succesvol natuurfotograaf zouden kunnen maken.
Bij landschapsfotografie moet je vooral oog hebben voor de contouren en details in het landschap. Hoe het licht vorm geeft aan het landschap. Landschapsfotografen weten vooral de paar minuten op een dag te benutten dat het licht en het weer bijdragen aan een goede foto. Dat lag me beter.
Ik was een landschapsfotograaf. Tot ik op IJsland de Gullfoss en de Dettifoss had gefotografeerd. Ik had het gevoel dat ik mezelf als landschapsfotgraaf niet meer kon overtreffen. Niets was nog een uitdaging. Ik verlegde mijn belangstelling naar het gedrag van mensen op straat. Tegenwoordig ben ik vooral een straatfotograaf.
In het Zwarte Woud niet ver van Baden Baden was ik vandaag bij gebrek aan mensen toch weer eens landschapsfotograaf. Ik fotografeerde de waterval bij Geroldsau. Niks bijzonders, die waterval, maar ik daagde mezelf uit om er iets aparts van te maken. Ik plaatste de waterval achter een poort die in werkelijkheid niet bestaat. Niet achteraf met Photoshop, maar door ter plekke goed te kijken. Door een standpunt te zoeken waar rotswand en bladerdek in een lijnenspel met elkaar verbonden werden. Zo maakte ik een foto van deze waterval zoals ik die nergens op het internet aantrof.
Leuk voor een keertje, maar nu wil ik weer de straat op.

Landschap in een poortje.