We zitten niet ver van het toeristenplaatsje Durbuy. Leuk dorpje dat zichzelf liever ziet als 'kleinste stadje ter wereld'. Natuurlijk streken we daar vaak neer op een terrasje. Een ander plaatsje, niet ver bij ons vandaan, is Marche-en-Famenne. We gingen er aanvankelijk vooral naartoe, omdat je daar de grote winkels had waar je inkopen kon doen. Verder vonden we het vooral een lelijk eendje wat toeristen niet veel te bieden had.
In de loop der jaren hebben we er kennelijk genoeg geld naartoe gebracht om er de welvaart te verhogen. Het plaatsje begon zienderogen op te knappen. Wij vonden er de voortreffelijke ijssalon van Mario Alonzi en het stijlvolle restaurant Quartier Latin. Durbuy raakte wat meer op de achtergrond en we bezoeken nu vaker Marche-en-Famenne. Vanmiddag maakten we er na het consumeren van een ijscoupe bij Mario nog even een wandelingetje. Martha zette zich op een bankje en ik maakte een foto. Het plaatje bevalt me zeker zo goed als de vele Mb's aan foto's die in mijn archief zitten van het kasteel van Durbuy.
Het is als met muziek: een leuk deuntje of een lied dat direct lekker in het gehoor ligt, is na een paar keer luisteren saai en vlak. Een nummer dat aanvankelijk wat zwaar overkomt daarentegen, kan je na enkele keren beluisteren mateloos gaan boeien. Datzelfde geldt voor foto's of schilderijen. Maar dus ook voor Ardennenplaatsjes. Ik zou zeggen: voorwaarts Marche!
Zeker zo mooi als Durbuy. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten