Als driejarig manneke zat ik op de kale rug van het paard van onze overbuurman. Mijn kont doet er nou nog zeer van, bij wijze van spreken. Het is de enige ervaring die ik heb met paarden. Toen ik vandaag rondliep bij de menwedstrijden op het hippisch centrum in Deurne, begreep ik dan ook niet zoveel van het spelletje.
We waren er gaan kijken, omdat het bedrijf waar mijn vrouw werkt er sponsor was. Mijn vrouw wilde wel eens zien waar het geld van haar werkgever eigenlijk naartoe ging, en ik vroeg me af of het niet beter naar onze bankrekening overgemaakt had kunnen worden bij wijze van extra bonus.
Als volslagen leken doolden we rond over het terrein, maar ik had mijn fotocamera bij me en dan vermaak ik me met alles. We stonden steevast bij de verkeerde hindernis te wachten, terwijl verderop het publiek samendromde om weer een vierspan rond een stel palen te zien kronkelen.
Als ik dan toch eens op de goede plek stond, was hét moment voorbij voor ik de ontspanknop van de camera had ingedrukt. Een goed sportfotograaf kent zijn sport en kan voorspellen waar de fotogenieke momenten zich gaan aandienen. Nou ben ik geen sportfotograaf en van knolhobbelen, zoals een collega van mijn vrouw dit evenement noemt, heb ik dus al helemaal geen kaas gegeten.
Toch kreeg ik na enig observeren in de loop van de middag nog aardig door waar ik op moest letten en dus kwam ik onverwacht met een behoorlijke reeks geslaagde foto's thuis. En dat sponsorgeld van de werkgever van mijn vrouw? De wijze Grieken wisten al dat een mens leeft van brood én spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten