Heel even mocht ik gisteravond in de hel kijken. Ik kan u verzekeren: het is er leuk. Ik zag lachende, drinkende, etende, feestende mensen. Ik zag een vlammenzee die tot in de hemel reikte. In het open veld daalde de temperatuur tot aan het vriespunt, maar bij het vuur was het aangenaam warm als op een zwoele zomeravond.
Natuurlijk was ik niet in de hel. In onze 'tweede woonplaats' Somme-Leuze in de Belgische Ardennen, waar ons vakantiehuisje staat, was gisteravond het Grand Feu. Dat is een streektraditie, die er op neerkomt dat in de dorpjes in de wijde omtrek in het voorjaar grote stapels hout in brand worden gestoken. De winter is voorbij. Kerstbomen en niet gebruikt brandhout worden op een stapel gegooid, groter dan een flink woonhuis. Met een vlammenwerper wordt de boel in de hens gezet en het vuur is een excuus om in de op veilige afstand geplaatste feesttent tot diep in de nacht te drinken en te dansen. Het is een voorjaarsfeest, zoals bij ons carnaval. Sommige mensen gaan er ook verkleed naartoe, al lijkt die gewoonte tanende.
Ik maakte er foto's. Op een afstandje van het Grote Vuur was het aardedonker. Je hoorde stemmen op tien meter afstand, maar je zag niemand. Bij de vuurzee was amper reflectie en met flitslicht bederf je de sfeer op de foto. Voor mij werd het dus het feest van silhouetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten